Hoe ‘zelfreinigend’ is wol?

door | 14 februari 2023

Je hebt ‘m vast wel eens gehoord. Over wol gaat een uitspraak rond, misschien wel uit grootmoeders-tijd. Wollen truien, broeken en hemden zouden zichzelf kunnen reinigen. Ze zouden zichzelf schoon kunnen houden. Maar is dat echt zo? Waar komt deze eeuwen-oude uitspraak of oma’s wijsheid vandaan?

‘Zelfreinigend’ klinkt bijna magisch of robotisch. Op het internet vind je ‘zelfreinigende’ kattenbakken, waar er een soort motortje over het grind draait om het schoon te zeven. In fancy openbare toiletgebouwen vind je soms een hyper-moderne zelfreinigende wc-bril. Dan gaat de toiletbril draaien na het doorspoelen en wordt de zitting een keertje afgesopt. Zo werkt het bij wol natuurlijk niet. Er zit geen actief werkend middel in wol waardoor het zichzelf eens goed kan schoonboenen. Geen kaboutertje dat met een minuscuul wasbordje je trui langs gaat terwijl jij slaapt (jammer eigenlijk wel). Maar toch kan wol wel schoon worden zonder er veel aan te hoeven doen.

Als we wol onder de microscoop bekijken zien we dat het een soort beschermende buitenlaag om elke haar heeft liggen. Een glad en sterk schild van dakpannen beschermt de haren/vezels tegen vuil. Als je knoeit op je wollen kledingstuk, trekt het vuil niet meteen diep in de vezel. Het vuil kan niet zo makkelijk bij de binnenste kern van de haar komen. De beschermlaag aan de buitenkant van elke haar zorgt ervoor dat vuil vaak oppervlakkig op de vezels blijft liggen. Door de ‘dakpannetjes’ gaat het vuil, zoals regen op je dak, naar het oppervlak. Daar poets jij ze dan makkelijk eraf, het is immers oppervlakkig vuil geworden.

Het tweede feit dat wol zelfreinigend maakt is wel een hele vette eigenschap. Wol bevat wol ‘wolvet’, ookwel lanoline genoemd. Lanoline is een wasachtig vet die door de huid van het schaap (of geit) wordt aangemaakt. Eigenlijk precies zoals wij, mensen, ook een vettende hoofdhuid hebben. Net zoals bij ons wordt ook bij het dier dit vet voortdurend aangemaakt door de huid. Als je het schaap (of ander dier) scheert, bevat de vacht nog steeds de lanoline, maar het wordt uiteraard niet meer aangemaakt (dat gebeurde immers door de levende huid). Je kunt het vet er wel (deels) afwassen, dit gebeurd meestal in het proces van verven en behandelen van de geschoren vezel tot textiel. De geschoren vacht van het schaap is meestal erg vies. Daarom wordt deze uitgebreid gewassen met zeep en daarmee (deels) ontvet. Ook willen we onze kleding vaak in een kleur, de wol wordt geverfd. Ook voor dit verfproces is het belangrijk dat de wol ontvet is, anders kan de kleurstof (opgelost in water) niet goed in de vezel trekken.
Jouw gekochte kledingstuk zal meestal dus niet zoveel lanoline meer bevatten. Maar het kan het wel heel goed opnemen. Daarom helpt het om je kledingstuk opnieuw te vetten.
De lanoline die nog wel in je wol zit, of die je extra toevoegt, zorgt ervoor dat je kledingstuk waterafstotend is oftewel hydrofoob (zoals elk vet hydrofoob is). Vuil hecht zich meestal niet goed aan vet, waardoor dit helpt om niet in je trui te komen. Het kan niet goed intrekken en blijft op je trui of romper liggen.

De derde gunstige eigenschap van wol in de strijd tegen vuil (het lijkt bijna een wasmiddel reclame) is de krul in de haar. Wolharen zijn heel sterk gekruld. De haren van het ene dier meer dan van het andere, het verschilt per dier en per soort schaap. Bij grotere, dikkere wolvezels zorgt deze krul voor jeuk. De kriebel die je bij sommige soorten wol voelt.
De krullen in de wol houden veel lucht vast, er vormen zich luchtpockets tussen de haren. Precies dat maakt wol een goede thermische isolatie. Ook zorgen de krullen er voor dat de waterdamp goed afgevoerd wordt. Door de luchtpockets verplaatsten waterdruppeltjes zicht eenvoudig naar het oppervlak van het weefsel of breisel.
Vocht door zweten worden dus ‘vanzelf’ naar buiten geduwd door je wollen trui. Daar verdampt het aan de lucht en verdwijnt het dus ‘vanzelf’. Als je je wollen trui buiten te luchten hangt, versterk je het doorstromende effect doordat er meer lucht door de trui trekt.

Bij katoen (of een andere vezel) is deze situatie anders. De vezel is poreus, waardoor vocht en vuil erin kan trekken. Binnen in de vezel kunnen bacteriën uit het vuil zich vermenigvuldigen en hun afvalproducten uitscheiden. Precies dat zorgt voor vieze (niet meer uit te wassen) geurtjes en gele plekken.

Wol is dus zeker wel zelfreinigend. Heb je toch een vlek in je kleding of wil je het toch een keer wassen omdat je zoon er smeerkaas op smeerde (zoals bij mij vanochtend)? Gebruik dan een goed, mild wasmiddel en een handwas of wol-wasprogramma op je machine.

Chatten
1
Hulp nodig?
Hoi! Vragen? Stel ze gerust via Whatsapp.