Aanstaande vrijdag is het zover: Sint Maarten. Elk jaar op 11 november wordt Sint Maarten gevierd. Maar ken jij het verhaal achter deze feestdag? En welke tradities daarbij horen? In deze blog lees je alvast alle ins en outs en plaatsen we wat inspiratie om samen met je gezin deze feestdag te vieren.
Het Verhaal
Martinus (oftewel Maarten) werd geboren in het jaar 316 na Christus in het huidige Hongarije. Hij werd door de keizer tot ridder geslagen. Op een zeer koude dag in de winter reed hij met een groepje soldaten op zijn paard naar huis. Onderweg zag Martinus een arme man zonder jas in de sneeuw zitten. De man had geen schoenen aan, hij had het erg koud en bedelde om geld zodat hij eten kon kopen. Martinus kon zijn ogen er niet voor sluiten, maar hij had geen geld voor de man. Hij stapte van zijn paard af en sneed met zijn zwaard zijn eigen mantel doormidden en gaf de arme man een helft tegen de kou. Pas daarna vervolgde Martinus zijn weg naar huis.
Martinus overleed op 8 november 397 en werd op 11 november begraven. En daarom vieren we op deze dag Sint Maarten.
De Oorsprong van het feest
Sint-Maarten is van oorsprong een bedelfeest, deze waren nodig in de koude en moeilijke wintermaanden. De armen mochten op Sint Maarten een bedel-optocht langs de deuren houden. Ze zongen een liedje waarvoor ze geld, voedsel of brandstof kregen. In Amsterdam waren er in de 19e eeuw groepjes jongens die zingend langs de huizen liepen. Eén liep voorop, hij droeg een kroontje met kaarsjes aan een lange stok. Degenen die hem volgden, hadden lichtjes van allerlei kleuren. Wanneer de jongens van de bewoners wat kregen, zongen ze een liedje vol goede wensen. Kregen ze niets, dan volgde een scheldpartij.
Als bedelfeest was Sint-Maarten lange tijd een feest voor de armen. Rijke mensen zagen hun kinderen er liever niet aan mee doen. Pas in de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw veranderde deze houding.
Tradities
Bij Sint-Maarten hoort een lampionnen optocht. De rest van de invulling van dit feest, is overal anders. De kinderen maken lampionnen van papier en vliegerpapier of hollen een koolraap, suikerbiet of pompoen uit als lampion. Hiermee gaan ze langs de deuren. Daar zingen ze speciale sint-maartensliedjes en krijgen in ruil snoep of fruit.
Maak je eigen lampion!
Wat heb je nodig?
Een klein stukje touw, behangerslijm, een kwast, crepe-papier, een ballo en een (lampion)stokje.
Hoe maak je de lampion?
Maak de behangerslijm klaar zoals op de verpakking staat aangegeven.
Scheur lange stroken, stukjes en vormpjes van het crepe-papier.
Blaas je de ballon op. Nu kun je beginnen met plakken.
Smeer lijm op de ballon met de kwast.
Beplak de ballon met stukken vliegerpapier. Smeer daarna de geplakte papier stukken goed in met lijm en plak er een volgende laag stroken/vormen op. Ga door tot de hele ballon bedekt is met papier. Zorg ervoor dat je de stukken papier goed over elkaar heen plakt, dan krijg je straks het mooiste effect. Eindig met een dun laagje lijm om je papier helemaal glad tegen de ballon te hebben.
Tot slot zet je een klein stukje touw met lijm en crepe-papier vast aan de bovenkant van de ballon, bij de knoop. Nu laat je de ballon goed drogen.
Als de ballon droog is, prik je de ballon kapot en maak je bovenin de lampion een gaatje, zodat het lichtje erin kan.
Nu hang je de ballon aan het (lampion)stokje en klaar is je lampion!
