Waarom motten wol lekker vinden…

door | 25 juli 2023

Als je groot wol-fan bent, zoals wij, schiet je hartslag omhoog als je een mot ziet vliegen. Want die hele kast vol kostbare wol kan door één zo’n fladderend beestje flink verwoest worden. Ze vliegen vaak naar binnen in de avond, omdat je dan binnen de lampen aan hebt. En daar komen ze dan jouw wolletjes tegen… Doem doem doem… Maar hoe werkt dat nou precies? Hoe zorgt die ene mot voor gaatjes in jouw favoriete trui? En nog belangrijker: wat kan je er tegen doen?

Allereerst even de feiten over motten op een rijtje. Er vliegen in Nederland drie soorten motten (ja echt drie!) die dol zijn op wol: de kleermot, de pelsmot en de bruine huismot. Ze vinden niet alleen wol lekker, ook zijde, kasjmier en andere textiel soorten kunnen beschadigen door deze beestjes. Motten wonen het liefst op donkere plekken. En laat een kledingkast nou vaak zo’n heerlijke donkere plek zijn. Deze vliegende motten eten niet zelf jouw kleding op maar leggen hun eitjes op dierlijke vezels, zoals wol. Zodra de larven uit de eitjes kruipen is jouw trui hun voedsel. Zo’n larve eet een stukje trui op, et voila, een gaatje.

Maar hoe voorkom je nou die beruchte mot-gaatjes?
Je kan een aantal dingen doen tegen mot-schade. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Door je kast een vervelende motten-leefomgeving te maken, zullen motten niet nestelen of verhuizen. Hiervoor volg je een paar stappen:
1. Leg mottenballen of ceder-hout in je kast. Mottenballen werken vaak langer, maar hebben een hele chemische geur. Onze voorkeur heeft daarom ceder. De sterke geur van ceder kan je kleding tegen motten beschermen. Je kunt een kledingkast van cederhout kopen, maar er zijn ook hangers, blokjes en etherische olie van ceder. Zodra de olie verdampt is, werkt het niet meer. Zorg er dus voor dat je regelmatig (elke paar jaar) checkt of de ceder nog wel goed genoeg geurt.
2. Maak je kast en je kleding regelmatig schoon. Motten zitten het liefst op plekken waar ze niet worden gestoord. Als jij regelmatig je wol verplaatst, uitklopt en even lucht, zal het minder aantrekkelijk zijn voor motten om te nestelen. Motten eten wol maar ook graag huidschilfers, en ze houden van zweet en voedselresten. Zorg ervoor dat je kleding altijd schoon (gewassen of in elk geval gelucht) is als je het teruglegt in de kast.
3. Bewaar je kleding, als je het even niet draagt (bijvoorbeeld in de zomer) in plastic zakken of bakken. Geef je wolletjes even een lanoline badje, laat ze lekker in de zon drogen en berg ze daarna op. Dan zijn ze de hele zomer veilig en in de winter weer helemaal klaar voor gebruik!

Als je eenmaal gaatjes (en dus motten en larven) hebt, moet je het anders aanpakken. Zorg er dan voor dat je de plaag bestrijd. Zoek eerst de bron van de plaag. Vaak komen mottenlarven via tweedehands kleding in je kast, waar larven in hebben gezeten toen je het kocht en in je kast legde. Zodra je weet in welke kast het beestje huishoudt, moet je alle wollen items behandelen. Je kleding moet gestoomd of gewassen op 90 graden of meer (anders gaan niet alle beestjes dood). Dat kan door het naar de stomerij te brengen (in een plastic kledingzak) en te vermelden dat er motten-larven in zitten, zij weten dan wat te doen. Je kan ook zelf je wol in een pan opwarmen (NIET ROEREN!). Wol kan meestal prima tegen zo’n hitte, maar niet tegen hitte én beweging. Laat je wolletjes daarna rustig afkoelen in dezelfde pan en daarna in de zon drogen. Optie 3 is om je wol te bevriezen. Laat je wol een paar dagen in een plastic zak in de vriezer liggen. Larven en eitjes gaan dood bij een temperatuur onder 0. Maak tenslotte je kast ook goed schoon.

En als je dan alles gedaan hebt om geen motten (meer) te hebben, maar je hebt wel gaatjes in je wol… Houd dan onze socials/nieuwsbrief in de gaten. Binnenkort zullen we meer delen over het repareren van wollen kleding.

Chatten
1
Hulp nodig?
Hoi! Vragen? Stel ze gerust via Whatsapp.