Op socials kom ik heel vaak een advertentie tegen van een bepaalde wol winkel. Ze werken enorm aan hun zichtbaarheid en blijkbaar ben ik hun doelgroep. Om de haverklap verschijnt er een quote, een foto of een filmpje als advertentie op mijn tijdlijn. Het is een wolwinkel met échte geitenwollensokken-wol. Geen bollen om te breien, maar wolletjes. Denk aan truien, hemden, sokken, kortom: dames-, heren- en kinderkleding. Hun visie is heel duidelijk: wol moet zo puur mogelijk zijn. En terwijl de wol-purist zijn/haar hart op kan halen en kan smullen van deze filmpjes en uitspraken, vraag ik me kritisch af: hoe puur kan wol zijn? Kan wol onbewerkt in de schappen hangen?
Toevallig deed ik deze week een experiment om hetzelfde vraagstuk te beantwoorden. Dit ontstond doordat Esmarel van Dalalou me vroeg nieuwe rompers en mutsjes te leveren. Ik sorteerde de witte items en ging aan de slag ze te verven, zoals bij elke bestelling. Alleen mijn batch textiel voor het verfbad was te klein, ik kwam niet helemaal uit. Het gewicht aan wol wat in het verfbad gaat komt best precies omdat het ook de intensiteit van de kleur bepaald. Minder textiel zou een donkerdere kleur betekenen. En hoewel we nooit exact dezelfde kleur kunnen verven (en dat is de charme!), proberen we wel zo dicht mogelijk in de buurt te komen. Kortom: ik moest de lading textiel aanvullen. Ik keek om me heen en zag een stuk rest materiaal liggen. Een stuk 100% merino wol, waarvan ik wel eens gelezen had dat het ‘onbewerkt’ zou zijn. Interessant… Dat doe ik er bij! Onbewerkt betekend immers: een nog vette, niet open-gebeten vezel, niet geschikt om te verven. Een pluk rauwe schapenwol zal bijna geen kleur krijgen als je het verft. Dit stuk rest-materiaal werd donker, donker blauw.
Antwoord op de vraag: ‘kan wol ‘onbewerkt’ in de schappen hangen?’, is dan ook: nee. Om dat uit te leggen, gaan we even een stapje terug, naar het verwerken van wol.
Wol wordt gewonnen door een schaap (of een hele kudde) te scheren. De schapen zijn (uiteraard) levende dieren en de kudde loopt samen buiten. De zak wol die het resultaat van het scheren is, is vet en vuil. Zo’n vacht wordt vervolgens flink ontvet, gewassen en gespoeld, vaak is dit proces behoorlijk chemisch. De hoeveelheid wol in een verwerkingsfabriek is giga-groot en hoe sneller, des te beter en goedkoper dit proces kan verlopen.
Na het wassen wordt de wol gesponnen. Er worden draden gemaakt van de vezel. Deze kan vervolgens verwerkt worden tot textiel (gebreid of geweven). Om de (vaak hele dunne en soepele draad) te verwerken, hebben de machines een droge, niet vette, zo glad mogelijke draad nodig. En precies daarom kan wol niet onbewerkt zijn. Dan zou het niet in de breimachine of weefmachine verwerkt kunnen worden. De machine zou vast lopen van klontjes, verdikkingen, vet of vuil.
Is dat dan erg? Nee.
Ik denk dat we het allemaal fijn vinden dat onze wollen items geen minuscule schapenpoep korreltjes meer bevat. Ik denk ook dat we het fijn vinden dat het mooi egaal is van kleur. Daarnaast heeft bewerken ook voordelen. Door wol op een bepaalde manier te bewerken blijft wol langer mooi, kan je het beter wassen en kunnen we de o zo mooie, maar toch wel een beetje fragiele vezel verduurzamen.